Pagina's

14-02-2012

GR 107 - Chemin des Bonshommes: Bellver de Cerdanya - Berga


Situering

De GR 107 "Sur les traces des Cathares - Le Chemin des Bonshommes" loopt van Foix in de Franse Ariège naar Queralt bij Berga in Spaans Catalonië.

Dit is het verslag over een deel van de GR 107, namelijk van Bellver de Cerdanya tot Berga. Ik heb dit traject afgelegd in 2009. In 2010 heb ik het gedeelte van Foix tot Bellver de Cerdanya gestapt. In 2008 had ik reeds een eerste poging ondernomen vanuit Foix, maar deze heb ik wegens ziekte moeten onderbreken in Prades (tussen Comus en Montaillou); toen heb ik wel, na een trein- en bustraject, nog een stukje kunnen stappen van Bagà tot Gresolet. Dit verklaart enkele verwijzingen in de tekst.

Het verslag over het gedeelte van Foix tot Bellver de Cerdanya (2010) is elders op deze blog te vinden.

In 2009 ben ik in feite vertrokken in Ax-les-Thermes en ben ik via Orgeix, Col de Joux en Mérens tot L'Hospitalet gestapt. Aangezien er nog teveel sneeuw lag bij Portella Blanca ben ik meteen van L'Hospitalet, via Puigcerda, per bus naar Bellver de Cerdanya gereisd. Daar begint dus dit verslag, na mijn overnachting in de Fonda Byaina. Via een telefoontje naar de uitbater van de Refugi dels Cortals heb ik vernomen dat deze pas op 1 juni opengaat.

Bellver de Cerdanya


Fonda Byaina


Woensdag 27 mei: Bellver de Cerdanya - Refugi dels Cortals
Het ontbijt is pas om 8.30 u, dus ik ben goed uitgeslapen. Vandaag ga ik naar de Refugi dels Cortals de l’Ingla. Benieuwd of het goed zal lukken. Het is uiteindelijk niet zwaar: een klim van ongeveer 600 m, als staptijd wordt 2.50 u aangegeven. Maar ik doe het liever rustig aan. Ik voorzie om morgen dan naar Bagà te gaan en daarna naar Gresolet. Ik hoop op die manier toch een groot deel van mijn geplande tocht te kunnen doen, met uitzondering dus van het stuk L’Hospitalet – Bellver.
Het is stralend weer en het belooft een warme dag te worden. Ik telefoneer nog naar Lieve om te verwittigen dat ik wellicht twee dagen niet of slechts sporadisch bereikbaar zal zijn. Het is ruim 10.00 u wanneer ik vertrek. De eerste kilometers zijn nog vrij vlak, ondermeer langs de Romaanse kerk van het dorpje Tallo. Daarna kom ik op een breed grindpad langs de rivier Ingla, geleidelijk in een kloof tussen beboste bergflanken. Af en toe, hoe hoger hoe meer, mooie uttzichten op de nog besneeuwde toppen in de omgeving. De menselijke passanten zijn een auto van de Generalitat de Catalunya (Waters en Bossen of zoiets), de Policia Nacional, een gewone burger en tenslotte een vrachtwagen vol boomstammen, uit tegenovergestelde richting. De tocht gaat goed vooruit, ik voel dat mijn conditie een stuk verbeterd is, gelukkig maar. Op het laatst wordt de klim wel wat steiler, maar het is best doenbaar. Tot mijn eigen verrassing sta ik om 13.15 u reeds aan de refuge: mooie prestatie dus! Maar het is goed dat ik nu mag stoppen, want de zon schijnt hevig en op het brede pad is er weinig of geen schaduw.

Refugi dels Cortals


















De refugio is effectief gesloten, er is ook geen toegankelijk deel voor noodsituaties. Even verder op het terrein is er wel een soort orri (stenen iglo) waarin je wel terechtkan, maar het ziet er niet al te proper uit… Verder is er een grote barbecue zoals op veel Spaanse picknickplaatsen, een aantal stenen tafels en banken, en een overdekt terras met tafels en banken. Toch best comfortabel om te rusten en te eten. Ik moet wel nog op zoek naar water (volgens de topogids even verderop, zoniet moet ik een stukje terug).
Noodschuilplaats bij de refugi









Ik breng de namiddag door met schrijven, een beetje rondwandelen, foto’s nemen van het wisselende licht op de rotsen in de omgeving. Op zoek naar water vind ik voorbij de refugio een grote drinkbak voor vee waarvan de toevoer echter afgesloten is, maar even verderop is een bronnetje waar ik mijn drinkbus kan vullen. Voor alle zekerheid voeg ik toch maar Micropur toe. In de loop van de namiddag passeert af en toe een auto of een motorfiets: de Spanjaarden hebben de gewoonte om zo hoog mogelijk in de bergen te gaan rijden. Maar verder is het doodstil. Af en toe zweeft een roofvogel hoog boven de vallei en laat hij zich meevoeren op de luchtstromen. Tegen de avond zet ik mijn tentje op, kook ik een potje en wanneer de zon achter de bergkam zakt kruip ik in mijn slaapzak. Het is ondertussen harder gaan waaien, het wordt kouder. De nacht is helder, met oneindig veel  sterren.























Donderdag 28 mei: Refugi dels Cortals - Bagà
Ik word pas om 7.45 u wakker, na een uitgebreide ochtendlijke droom met allerlei complexe situaties. Hoog tijd om op te staan… toch rustig te ontbijten en alles in te pakken.
 











De eerste etappe is een klim van 200 m naar de Coll de Pendis. Het gaat steil, ik moet veel stoppen om op adem te komen en kleine slokjes te drinken, maar ik kom boven in de aangegeven tijd: OK dus. Er is veel wind op de col, het uitzicht in verschillende richtingen is indrukwekkend. Maar het is een barre plek, onderhevig aan de striemende invloed van alle weersomstandigheden.




Coll de Pendis


Dan gaat het terug naar beneden tot aan de Refugi St. Jordi. Deze is ook gesloten, maar het vrij toegankelijk gedeelte (15 slaapplaatsen) is verrassend proper en comfortabel; er is wel geen schoorsteen (wat heeft geleid tot een ontevreden inscriptie op de deur). Er hangt ook een noodoproepsysteem aan de buitenkant, blijkbaar verbonden met een alarmcentrale.
Refugi Sant Jordi







Na de refugi gaat het nog even naar beneden (tot 1300 m) en dan weer naar omhoog, de Coll de l’Escriu (1500 m). Opnieuw wordt mijn uithoudingsvermogen op de proef gesteld: die 23 kilo op mijn rug vergen heel wat van mijn ademhaling… Maar het lukt me om min of meer in de aangegeven tijd hetgeen me laat besluiten dat mijn conditie toch redelijk in orde is. Tijdens de lange afdaling dwalen mijn gedachten af naar de redenen waarom ik dit eigenlijk doe. En dan ontspint zich de volgende dialoog in mijn hoofd:
“Meester, waarom doet u dit?” vroeg de leerling.
En de meester antwoordde: “Jongen, waarom leven wij?”
Einde dialoog.




 














Maar de gedachten gaan verder. Er hoeft geen reden te zijn om dit te doen: ik doe het gewoon. Zoals er ook geen reden hoeft te zijn om te leven: we leven gewoon. En we proberen het zo aangenaam mogelijk te maken voor onszelf en onze omgeving, die natuurlijk onlosmakelijk met mekaar verbonden zijn. En wat betreft het stappen: de grenzen van het aangename worden wel eens overschreden, maar de voldoening achteraf maakt veel goed. Zit het leven ook zo in elkaar: doorstaan we het lijden in de hoop dat de voldoening later in de hemel des te groter zal zijn?
De afdaling naar Greixer gaat langs een stenige, brede weg en wordt na verloop van tijd pijnlijk aan de voeten. Vlakbij Greixer gaan de schoenen even uit om mijn voeten af te koelen. Na Greixer volgt nog een beproeving van een viertal kilometer langs een asfaltweg, in de hete zon: als afsluiter van de dag kan dit tellen! Het is een hele opluchting wanneer ik mij om 16.15 u kan neervlijen in de koelte van de bar tegenover de kerk van Bagà en genieten van een frisse limonade en daarna nog van een stevige pint. Wanneer ik rond 18.00 u naar de camping ga schijnt de zon nog hevig en voel ik de cerveza in mijn benen.


Op de camping is er toch wat volk aanwezig en het café is open. Ik was van plan om nog terug te gaan naar de stad om te eten, maar blijkbaar kan ik hier ook eten (na enig overleg). Dezelfde man van vorig jaar (blijkbaar vergroeid met de camping) wijst me mijn plekje aan (hetzelfde als vorig jaar) en ik installeer me. Na een deugddoende douche ga ik eten: lomo met tortilla de patatas, aangevuld met een flinke portie olijven (Spaanse improvisatie) en een ijsje na. Meer moet dat niet zijn. Ik krijg nog even het gezelschap van een jongeman die de broer blijkt te zijn van de barman.  Hij is Marokkaan en momenteel werkloos. Het is zeer moeilijk om nu werk te vinden in de streek… Hij doet me zijn halve levensverhaal, in gebroken Frans, doorweven met Spaans en we leren mekaar nog enkele woorden. En ik maak hem duidelijk dat in Vlaanderen dezelfde taal wordt gesproken als in Nederland. Maar tenslotte wordt het gesprek te vermoeiend en ga ik slapen, nog voor het donker is.


Vrijdag 29 mei: Bagà - Gresolet  

Het belooft een mooie dag te worden, misschien wel té warm. De zon schijnt reeds hevig wanneer ik – uiteraard te laat – om 9.30 u vertrek richting Coll de la Bena. Het is een lang stuk en ik moet klimmen van 780 m naar 1460 m. Ik wil dit stuk doen “voor de grootste hitte” (tegen 14.00 u), maar dit blijkt natuurlijk relatief. Vanaf de start brandt de zon reeds. Gelukkig gaan er heel wat stukken door het bos, vooral wanneer het steil klimmen is. Op een bepaald ogenblik zie ik een heel eind voor mij rookpluimen opstijgen… Wie haalt het in zijn hoofd om hier vuur te maken in het bos… of is het een begin van bosbrand? De rook blijft lokaal en wordt niet heviger… Een uurtje later kom ik aan de plek waar een drietal bosarbeiders inderdaad gemaaid en gesnoeid kreupelhout tussen aarden bermen in brand hebben gestoken en onder nauwlettend toezicht laten opbranden. Ze bekijken me met een mengeling van ontzag en medelijden wanneer ik een babbeltje met hen sla.


 








Met veel rustpauzes en dosering van mijn inspanningen bereik ik even voor 14.00 u Coll de la Bena. Op het laatste stuk passeer ik nog enkele houthakkers die, naast hun kettingzagen en een vaatje benzine, hun siesta houden. Mijn siesta aan de col, bij een fris klaterende fontein, is meer dan welkom. Het is me toch weer gelukt: in 4.30 u heb ik een traject afgelegd met een geïndiceerde staptijd van 3.20 u: niet slecht, vind ikzelf, maar het was wel doorbijten. Ik eet uitgebreid naar mijn middagnormen (sinaasappel, brood, kaas, twee koppen chocomelk) en houd een flinke siesta.

Het is bizar, maar op dit moment komen allerlei gedachten rond mijn werk naar boven: gedurende enkele uren ben ik mentaal volledig hiermee bezig. Het is zoals dromen: wanneer een aantal remmingen wegvallen komen onderliggende thema’s naar boven en dringen ze zich op. Ik hoop (en voel het ook wel zo aan) dat dit een zuiverende werking heeft op mijn geest. Het geeft me wel te denken over de hoeveelheid mentale energie die sommige situaties en mensen kunnen opslorpen! Dit verklaart wellicht ook de mentale vermoeidheid die ik in bepaalde periodes voel… en waarvoor een “uitstap” of een “retraite” zoals deze onontbeerlijk is.

(Wanneer ik dit schrijf zit ik binnen de stevige muren van Gresolet en het is alsof deze mij vanuit hun eeuwenoude stevigheid nieuwe kracht geven.)

Zou het kunnen dat de fysieke inspanning de weg vrijmaakt om alle mogelijke negatieve mentale energie te laten wegvloeien, als een soort aarding? Met het uitzicht op de Pedraforca wordt de “massa” aarde wel zeer zichtbaar en voelbaar: daarin kan heel wat energie worden opgenomen!

Zoals ik mij heb voorgenomen vertrek ik om 16.00 u voor de laatste etappe van deze dag: nog een laatste klim van 120 m naar Coll de la Bauma en dan de afdaling naar Gresolet. Het is nog warm, maar ik kan meestal in de schaduw stappen. Ik kom ondermeer langs de kloof die ik mij herinner van vorig jaar, waar het begrip “erosie” wel zeer tastbaar aanwezig is: men heeft netten gespannen om het puin op te vangen, een betonnen muur met erboven een draadafsluiting geplaatst en eronder terrasjes met beplanting aangelegd. Zonder deze ingrepen was het pad onherroepelijk verdwenen.

Erosie...




... en de maatregelen















Binnen de voorziene tijd bereik ik Coll de la Bauma (45 minuten) en na een laatste rustpauze vat ik de afdaling aan naar Gresolet, waar ik rond 18.00 u aankom.

Coll de la Bauma
















Het "Santuari de Gresolet" is een oud klooster uit de 18e eeuw waarin nu een eenvoudige refuge is gevestigd, met zeer minimaal comfort: er is geen elektriciteit, wel één badkamertje en aan slaapruimte is er geen gebrek. Uitbaatster Esperanza kookt voortreffelijk (op gas) en woont er het hele jaar door; ze kent de omgeving uiteraard zeer goed en is ook bijzonder goed op de hoogte van kruiden en planten. Haar dochter Sulaksna woont samen met de Vlaamse Luk Pauwels in het lager gelegen dorp Saldes.  


Wie wil overnachten in Gresolet neemt best vooraf contact op:
  • met Esperanza (tel. +34 689 780 741)
  • of met Luk (tel. +34 650 727 757 - mail pukinoky@yahoo.com) .
Santuari de Gresolet

Het uitzicht op de Pedraforca is indrukwekkend. Het onthaal van Esperanza is gul: een blikje fris bier met olijven en enkele stukjes worst staan zo klaar. Na een half uurtje ben ik geboeid door haar verhaal (waarbij mijn kennis van het Spaans erg op de proef wordt gesteld) over de Mariacultus, een afbeelding van Meryem-la-Magdala in het kerkje en het verband met het Katharisme. Het is uiteraard geen toeval dat Gresolet op de Cami dels Bonshomes ligt. Volgens Esperanza is de Mariacultus in deze streek nog steeds belangrijker dan de “mannelijke” christelijke godsdienst. Significant is ook dat hier in Gresolet twee Mariahoogdagen worden gevierd: tweede Pinksteren (hier “la secunda Pasqua” genoemd) en 8 september. De prominente aanwezigheid van Maria en van Maria-Magdalena in de kerk zijn tastbare beelden van de Mariacultus.





Santuari de Gresolet: kerkje


Ondertussen is Luk ook aangekomen en met hem babbel ik uitgebreid over mijn tocht, de overnachtingsmogelijkheden tussen Gresolet en Berga, de politieke situatie in België, enzovoort. Hij vertelt ook over de gezondheidsproblemen van Sulaksna (Esperanza’s dochter): chronische hoofdpijn waarvoor totnogtoe geen oorzaak en behandeling is gevonden. Zij wonen in Saldes.







De avond wordt afgerond met een heerlijke maaltijd: pasta in een eenvoudige saus met veel kruiden en met kaas, butifarra met tomaten en de rest… Tenslotte is er nog uitzicht op de laatste zonnestralen op de Pedraforca en daarna de maan en de sterren…



Slaapzaal in Gresolet


















Zaterdag 30 mei: Gresolet

Uiteraard heb ik uitgeslapen en pas tegen 9.00 u zit ik aan de ontbijttafel. We kletsen wat, daarna gaat Esperanza aan het werk, ga ik kleren wassen en wat foto’s nemen. ’s Middags “moet” ik iets warm eten: een stuk kipfilet, gebakken en gestoofd met look, kruiden en bier: heerlijk!

Na de  middag zet ik mij aan het schrijven (mijn dagboek moet een tweetal dagen worden bijgewerkt). In de loop van de namiddag komen heel wat bezoekers langs die van Esperanza uitgebreid uitleg krijgen over het huis, de kerk, maar vooral over de planten in de tuin en – de schatkamer – de tuin met medicinale planten, veilig achter het poortje. Sommigen drinken een koffie of een frisdrankje, allen vertrekken geboeid en tevreden… Een zeer persoonlijke en allesbehalve commerciële vorm van toeristisch beheer!

Esperanza en een bezoeker in de kruidentuin

’s Avonds staat er paella op het menu. Reeds rond 18.00 u raakt het huis vervuld van indringende geuren… Bij het gezellig en lekker eten babbelen we over alles en nog wat: dat wil zeggen: Esperanza vertelt en wanneer ik echt niet meer versta waarover het gaat vraag ik wat tragere uitleg…

De maan schijnt opnieuw op de Pedraforca wanneer ik in mijn slaapzak kruip…






Zondag 31 mei: Gresolet  

Ik heb besloten o m ook vandaag nog in Gresolet te blijven: ik heb ruim voldoende tijd en ik kan beter in deze rustige omgeving vertoeven dan later in de  week in Berga of Barcelona.

Om toch een beetje in beweging te blijven maak ik een dagtocht naar Saldes. Ik ga langs de grote weg die in feite rond de bergflank loopt en lager in het dal op de grote baan uitkomt, waardoor het toch weer even klimmen is om in het dorp te komen. Ik heb afgesproken met Luk dat ik mijn GSM en een batterij voor mijn fotocamera bij hem zou achterlaten om op te laden en maandag terug afhalen. We gaan samen iets drinken op een terrasje.

Afdaling naar Saldes


Een ander zicht op de Pedraforca...



Saldes

Wanneer ik rond 16.00 u terug vertrek naar Gresolet is het bewolkt en onweerachtig. Ik stap toch maar op, een beetje tegen de raad van Luk in  om nog wat te wachten en ondanks zijn aanbod om mij desnoods met de auto te brengen. Ik volg nu een mooi bewegwijzerd pad door het bos dat pas vrij hoog uitkomt op de grotere bosweg naar Gresolet; dit is de kortste weg. Ondertussen is het flink aan het regenen, het onweer zelf is gelukkig niet zo hevig en blijft min of meer langs de andere kant van de Pedraforca hangen. Na 1.30 u kom ik druipnat aan in Gresolet. Even later komt een groepje Spaanse mannen eveneens druipnat binnen. Zij hebben in twee dagen een tocht gedaan langs de refuges rond de Pedraforca en hebben enkel een dagrugzakje bij. Rond een kop koffie warmen ze zich op en trekken ze een droog kledingstuk aan; hun uitrusting lijkt wel heel beperkt!

Esperanza had deze mortgen al keelpijn en ze loopt er wat ziekjes bij. Ze maakt wel een lekkere couscous klaar: kip met snijbonen, look en gember: nog eens uit te proberen! Ik mag het haardvuur aansteken op voorwaarde dat ik het vuur laag houd (het gevaar op een schoorsteenbrand is niet denkbeeldig). Esperanza gaat vroeg slapen en ik geniet van de knusse sfeer terwijl mijn kleren drogen…


Maandag 1 juni 2009: Gresolet - Bonner  

Ik sta op om 7.00 u en pak eerst alles in, voor het ontbijt, zodat ik toch een beetje op tijd kan vertrekken. Mijn rekening bedraagt 110 euro: 2 x 35 euro (halfpension) en 1 x 40 euro (volpension), alles inbegrepen. Wanneer ik vertrek is Esperanza bezig om de kerk klaar te maken voor de eredienst straks (het is Pinkstermaandag, net zoals bij mijn vorig bezoek, vorig jaar).

Ik neem opnieuw het bospad naar Saldes wat alvast enkele steile klimpartijtjes oplevert: goed om het terug gewoon te worden en gelukkig blijf ik vooral in de schaduw. In het dorp ga ik mijn gsm en camerabatterij ophalen en sla ik nog een babbel met Luk. Hij wil straks een eindje meestappen om me een mooi pad te laten zien.

Even later vertrekken we. We steken de grote baan (naar Espa-Gosol) over en dalen af in de vallei. Na de oversteek van het riviertje volgt natuurlijk terug een steile klim. Onderweg zien we heel wat orchideeën (gevlekte orchidee): dank zij Luk herken ik ze… Nabij Mas Fred komen we op een grotere weg die ik verder kan volgen. We nemen afscheid en ik ben eigenlijk blij dat ik helemaal op mijn eigen tempo mag verder stappen…



Het is ondertussen behoorlijk warm en meestal in de volle zon stap ik door een bar landschap met veel geërodeerde rotsen en enkel lage begroeiïng: het ziet er plots heel mediterraan uit, met veel brem, tijm en andere geurende planten. Ik loop min of meer parallel aan de grote baan, maar moet niet de omweg naar Espa maken. In Feners kom ik terug op de vertrouwde GR 107.




In Moli dels Feners zijn er twee mogelijkheden: de topoguide beschrijft de route over de coll del Portet (1830 m en verder 2000 m) en vermeldt kort de variante via Bonner (1600 m); deze laatste staat op het terrein echter duidelijk aangegeven en blijkt goed bewegwijzerd: ik kies dan ook voor de variante.









Ik prijs me andermaal gelukkig dat ik mijn kampeermateriaal bij heb, anders zou het hier wel uitrekenen worden om de etappes te bepalen. Volgens de aangegeven tijden in de topoguide zou je tussen Gosol en Berga slechts 10.00 u moeten stappen om te kunnen overnachten in een gîte of dergelijke; in tegenstelling tot de informatie in het boekje is er echter geen gîte in Casanova de les Garrigues (wat trouwens ook al ver is). Luk had me hierover ook al verwittigd.




Het is nog flink doorbijten voor ik aan de ruïnes van Bonner aankom, tegen 19.00 u. Maar het uitzicht is ondertussen indrukwekkend: een brede, diepe vallei, met zowel beboste hellingen als kale rotswanden. De ruïnes van Bonner bestaan uit de overblijfselen van een kerkje en enkele woningen. Ernaast ligt een prachtige weide in terrasvorm: een betere en mooiere kampeerplek is moeilijk denkbaar. Een probleem is wel dat er geen water vlakbij is: ik was hierop voorzien en heb nog ongeveer 1,50 liter, geen overbodige luxe voor avondmaal en ontbijt… Zoals de kaart laat vermoeden (en zoals ’s anderendaags blijkt) is er ongeveer 500 m voorbij de ruïne wel een beek waarin gelukkig water stroomt… (in volle zomer wellicht niet). Het is moeilijk te begrijpen dat de topoguide geen melding maakt van al dat moois! Ik geniet des te meer van mijn avondmaal met het weids uitzicht en de ondergaande zon; wanneer ze achter de bergkam verdwijnt aarzel ik niet om in mijn slaapzak te kruipen… Het was een lange, toch wel vermoeiende dag.



Bonner






Dinsdag 2 juni: Bonner - Espinalbet
Vroeg uit de veren, maar de standaard-tijd voor het ochtendritueel blijft twee uren. Het belooft opnieuw een warme dag te worden. Gelukkig vind ik inderdaad vrij snel water en ik sla mijn voorraad (drie liter) in, met Micropur voor de veiligheid.

Nog even achterom kijken naar Bonner...
Het brede pad, steeds met weidse uitzichten, kronkelt langs dichtbeboste hellingen, daalt aanvankelijk, maar klimt dan terug naar ongeveer 1700 m. Even verder, aan Font de la Bruixa, komt het pad terug samen met dat van de coll del Portet. Vanaf dan gaat het hoofdzakelijk bergaf naar Peguera: de restanten van een dorpje aan de voet van een indrukwekkende monoliet die een honderdtal meter hoog uitsteekt boven de omgeving.




Peguera

Peguera: kerkhofmuur

Daarna gaat het pad terug het bos in en daal ik af naar de rivier die overigens helemaal droog ligt. Hier in de omgeving waren vroeger koolmijnen en de resten van de installaties zijn hier en daar nog zichtbaar: de oude spoorwegberm waarlangs het pad gedeeltelijk loopt, twee tunnels, een bakstenen boog die de toegang vormde tot een terrein, enkele ruïnes van gebouwen…


Resten van mijngebouwen

Vroeger spoorweg, nu GR...

Verder in het bos is een afslag die een kortere weg aanduidt naar coll de l’Oreiller, via Pla de l’Estany. Ik heb geen goede en gedetailleerde kaart van dit gedeelte van de tocht (aan de kaarten van het Spaanse deel in de topoguide heb je echt niet veel!) en volg dus de raad van de topoguide om deze weg niet te nemen. Later zal ik vaststellen dat de omweg via Casanova de les Garrigues weinig zin heeft.
In Casanova blijkt er dus geen slaapgelegenheid te zijn, in tegenstelling tot wat in de topoguide is vermeld. Er is wel een groot vakantiehuis, duidelijk bedoeld om groepen met paarden te ontvangen, maar momenteel potdicht. Luk heeft me gezegd dat er in Espinalbet een camping is en ik besluit dus tot daar te stappen, een etappe die “dank zij” de klim van ongeveer 250 m en de steile afdaling toch iets langer uitvalt dan de aangeduide 1.15 u… Voorbij coll de l’Oreiller loopt het pad een heel eind “en balcon” met een geweldig uitzicht over de wijde omgeving. Aan de voet van het hooggelegen Santuari de Corbera, aan de rand van een grote grasvlakte, begint een steil, stenig paadje naar Espinalbet.





Espinalbet
In het dorp ga ik op zoek naar de camping, maar dit blijkt niet zo eenvoudig Op aanwijzen van een inwoner sla ik linksaf wanneer ik op de grote baan kom, ik passeer een aantal villa’s met grote tuinen, maar geen camping… Stilaan ten einde raad slaag ik erin om opnieuw de weg te vragen (er zijn geen menselijke wezens te zien, behalve degene die in hun auto voorbijrijden en zeker niet geneigd zijn om te stoppen wanneer een zwaar bepakte trekker zijn hand opsteekt): een jonge man stopt aan zijn woning en blijkt toch heel vriendelijk eens hij uit zijn SUV is gestapt. De camping blijkt de andere richting uit te liggen, ongeveer één kilometer verder (dus ik had rechts moeten afslaan wanneer ik op de baan kwam). Als bij toeval stopt nog een andere auto met… de uitbater van de camping. Na een kort overleg (beide mannen hebben blijkbaar nog een afspraak in verband met hun respectieve honden) brengt de eerste man (vergezeld van vrouw en hond) mij naar de camping. Op dit uur (ondertussen bijna 19.00 u) protesteer ik niet meer…
Op de grote camping vol stacaravans en kleine chalets krijg ik een plekje op een grasveldje bij de speeltuin: prachtig uitzicht, dichtbij het verzorgde sanitair: meer moet dat niet zijn. En bovendien kan ik nog een pintje drinken in de bar en een fles wijn kopen. Eigenlijk is de camping nog min of meer gesloten, maar er zijn altijd wel een aantal “residenten”. Ik sluit de avond af met een chili con carne (Trekking Mahlzeiten) en het wijntje. Eind goed, alles goed!



Woensdag 3 juni 2009: Espinalbet - Berga 
Ik mag uitslapen… Rond 8.00 u sta ik op en start ik het ochtendritueel: ontbijt, inpakken, tent afbreken en nu mooi drogen in de felle zon. Even voor 10.00 u volgt een extraatje: nog een stevige “echte” koffie en een stukje cake (jammer genoeg geen echte pasteles) in de bar van de camping. Het is er vrij druk: mannen die blijkbaar in de omgeving aan het werk zijn drinken hier hun koffie met brandy, een glas wijn, enz. De man die me gisteravond met de auto heeft gebracht zit uitgebreid in een pak documenten te lezen, duidelijk aan het werk: Spaanse versie van het satellietkantoor?
Om 10.15 u vertrek ik voor mijn laatste dagetappe. Even buiten het dorp, langs de grote baan, duikt de GR tussen het struikgewas weg via een klein pad: gelukkig had ik gisteren tijdens mijn zoektocht naar de camping nog de tekens gezien. Het is een mooi pad, aanvankelijk tussen enkele villa’s met blaffende honden, maar daarna flink klimmend door het bos, met uiteindelijk een weids uitzicht over de hele omgeving.
En dan gaat het mis wat betreft de bewegwijzering. Bij gebrek aan een goede kaart ben ik aangewezen op de beschrijving in de topoguide en op de rood-witte merktekens. Tussen punt 53 en punt 54 kom ik inderdaad op een geasfalteerde weg, maar het enige merkteken is een steenhoopje, in de richting van de beschreven “descendre un large chemin”.  Waarschijnlijk heb ik een paadje gemist en ik kom, zonder verdere signalisatie, op een grote baan. Daar ontmoet ik een lokale wandelaar. Om naar Queralt te gaan heb ik twee mogelijkheden: ongeveer twee-drie kilometer klimmen langs de grote baan of via een paadje dat natuurlijk korter maar steiler is en niet bewegwijzerd… Ik kies de lange, gemakkelijke weg en bij het luiden van de klokken om 12.00 u arriveer ik op de parking aan de voet van het klooster. Het uitzicht is opnieuw weids, recht beneden ligt Berga. Het toeristisch seizoen is nog niet begonnen, dus er zijn slechts weinig bezoekers.


Queralt, met zicht op Berga
Queralt


           
























Ik ga natuurlijk op zoek naar de “stèle du sentier GR 107” en vind die inderdaad op de hoogste esplanade, waar de GR, via een andere toegang, blijkt aan te komen. Ik maak enkele foto’s, ondermeer van mezelf, met behulp van het statiefje…
En dan vind ik de bar die gelukkig open is, in tegenstelling tot het restaurant. Het is er koel, het uitzicht is mooi, de nog af te leggen weg is een afdaling, het is een beetje siëstatijd… dus ik permitteer me toch maar twee biertjes. En het is een gelegenheid om te schrijven! Daarna installeer ik me nog op een bankje in de schaduw om wat te eten. Boven de afgrond zie ik – relatief dichtbij – de gieren zweven.
Rond 15.00 u vertrek ik terug. Volgens de topoguide is het pad naar Berga niet bewegwijzerd (het wordt wel beschreven in het boekje), maar dit blijkt ondertussen wel het geval, zowel met de rood-witte tekens als met geel-groene aanduidingen van een lokale wandeling. Het is een smal pad dat steil langs de rotswand naar beneden kronkelt, langs verschillende kapelletjes uit de 18° eeuw.

Kruisweg

  
























Reeds dichtbij de stad slaag ik erin om opnieuw de merktekens uit het oog te verliezen en een rondje te lopen op een zonovergoten asfaltweg… Het is moeilijk om op de flanken van de berg een overzicht te hebben van de weggetjes. Tenslotte vind ik de tekens terug en kan ik opnieuw langs een rotspad steil afdalen tot ik uiteindelijk op een reeks trappen terechtkom tussen de oude huizen, tot in het centrum van de stad: zo moet het in de middeleeuwen ook al geweest zijn. Het oude centrum is een wirwar van smalle straatjes en trappen.













Berga


Placa Villadomat

Ik ben moe en bezweet van de lange afdaling in de felle namiddagzon. Het doet deugd om mijn tocht te beëindigen onder de schaduwrijke galerij van de Placa Villadomat, met een frisse cerveza! Ik zit er nog geen vijf minuten wanneer een groepje motards (zes mannen van 45-55 jaar) naast mij neerstrijken. Hoor ik daar geen West-Vlaams? Ja dus: een groepje uit de streek van Oostende-Nieuwpoort die een tocht maakt vanuit Nîmes, met een heel stuk in Spanje.

Ondertussen heb ik op het gemeentehuis (de toeristische dienst is pas om 18.00 u terug open) een folder met hotels gekregen (de meeste staan ook in de topoguide vermeld). Ik kies hotel Queralt omwille van de naam en de goede ligging, in het centrum. De camping ligt buiten de stad en is dus niet geschikt wanneer ik nog een dagje de toerist wil uithangen. Het hotel is een voltreffer: een mooie ruime kamer met badkamer, voor de prijs van 29,75 euro per nacht.
Na een verkwikkende douche en een transformatie van bergwandelaar tot stadstoerist op sandalen ga ik op zoek naar een geschikt restaurant. Ik kom terug terecht in de Antic Cal Blasi van deze namiddag; ik had al de indruk dat men daar een voortreffelijke lokale keuken had. Mijn menu omvat een koud voorgerecht met groenten, ansjovis en olijven, schaapscoteletten met frieten, kaas en een fles meer dan behoorlijke wijn, dit alles voor de ronde prijs van 20 euro. Na een koffie en een cognac in de bar van het hotel ga ik slapen, moe, maar zeker tevreden!

 

Donderdag 4 juni: Berga
Zoals heel wat lokale mannen ontbijt ik in de bar: pasteles en koffie (het verschil is dat ik geen café con leche drink zoals de meesten).
Daarna dus als een toerist de stad in. Echte bezienswaardigheden zijn er niet. De toeristische informatie vermeldt vooral de hele streek, met natuurlijk het klooster van Queralt en de mooie natuur, met her en der kapelletjes en oude bruggetjes. In de toeristische dienst is een tentoonstelling met foto’s uit het begin van de twintigste eeuw, een aantal vuurwapens en uitleg over de geschiedenis van Berga… uiteraard alles in het Catalaans. Verder verneem ik aan de infobalie (buiten Catalaans of Spaans liefst Engels) dat het busstation aan de Placa de la Creu is, vlakbij mijn hotel.






In de straatjes van het stadscentrum, op de pleintjes en onder de platanen van de Passeig de la Industria valt het mij op hoeveel de mensen met mekaar staan of zitten te babbelen, tussen de boodschappen of het werk (?) door. Op de Passeig is men ook volop bezig met het opzetten van de foor ter gelegenheid van “Corpus Christi”. Dan zijn er de feesten van La Patum met de stoet waarvan Luk Pauwels me vorig jaar nog foto’s heeft gestuurd. Jammer dat deze pas volgende week doorgaat: de stoet is erkend als historisch erfgoed en het zou wel de moeite waard zijn om deze eens mee te maken.

 







Verder vallen me ook de mooie straatnaamborden in keramiek op, telkens met een toepasselijke tekening. Maar ik zie ook een minder mooie kant van de stad: een aantal leegstaande verkrotte gebouwen, sommige wellicht van industriële aard, toch vrij dicht bij het centrum. Ook de aanstaande Europese verkiezingen zijn aanwezig in het straatbeeld met een aantal affiches. Vooral de socialistische partij valt op. Daarnaast merk ik aan een aantal grafitti dat de anarchistische beweging hier ook nog levendig is, evenals een links georiënteerde onafhankelijkheidsbeweging. Nadat ik dit allemaal heb opgenomen en uitgebreid gefotografeerd is het tijd voor de lunch en een siësta…







Vrijdag 5 juni: busreis Berga - Barcelona 
Het regent wanneer ik na het ontbijt in de bar naar de bushalte stap. Veel volk, schoolkinderen, gehandicapten, oudere mensen… Wellicht ben ik de enige toerist.


Om 8.15  u gaat het loket “Informacio” open. Ik vraag een ticket, maar zal nog vijf minuten moeten wachten tot het loket “Venta de billets” opengaat. En zo geschiedt: dezelfde man opent het tweede raampje aan hetzelfde bureau… en ik koop mijn ticket.
Het regent nog steeds wanneer de bus vertrekt, maar geleidelijk vermindert het. Tot Manresa rijdt de bus langs de gewone weg, stopt hij in verschillende dorpen en kruist hij herhaaldelijk de autostrade, maar vanaf Manresa rijdt hij langs de autostrade.
Omstreeks 10.45 u sta ik op de Plaça de l’Universidad in Barcelona. Na een beetje zoeken vind ik de metro die me twee stations verder afzet in Parallel. En nog tien minuten later sta ik voor het budgethotel Mambo Tango waar ik heb gereserveerd ( http://www.hostelmambotango.com/  ).
Inchecken kan pas vanaf 12.30 u, maar ik kan alvast mijn rugzak achterlaten. In afwachting maak ik een  wandelingetje. Het Youth Hostel ademt de sfeer van de hippe jaren ’70, dit blijkt ook wanneer ik een uur later incheck: zeer persoonlijke ontvangst, een blaadje met uitleg over de huisregels en de filosofie, maar zeer correct.  Ik krijg een bed toegewezen, samen met een Zwitserse dertiger, in een kamer van zes. Er zijn lockers in de kamer waarin mijn rugzak net past.
In de namiddag ga ik à l’improviste op verkenning. Ik heb er geen behoefte aan om bezienswaardigheden te bekijken: dit is voor een andere keer. Ik wandel via de Ronda de Pau, eet onderweg een heerlijke tapa in in een marisqueria en daarna nog een dagschotel in een bar-restaurant (dus een beetje teveel…). Via de Rambla de Ravall kom ik op de “echte” Ramblas, nabij Liceu. Het verrast mij hoe multicultureel deze buurt is en ik maak ontelbare foto’s. Ik kom ook langs de Mercat de Sant Antoni: een echte ontdekking. Tussen Sant Antoni en de Ramblas kom ik ook langs enkele straatjes waar de prostituées wel zeer nadrukkelijk aanwezig zijn. Ik probeer voorzichtig enkele foto’s te nemen…
Tenslotte kom ik op de Ramblas: een massa volk, veel straatartiesten van het type “standbeeld”. Hier en daar pareltjes van architectuur, ik neem discrete foto’s van “mensen”. Uiteindelijk bereik ik de Plaça de Catalunya waar ik de uurregeling en stopplaats van de bussen naar de luchthaven check en ik wandel verder naar de kathedraal: veel volk op het plein, toch een plaatsje gevonden om Het Laatste Nieuws (!) te lezen bij een pintje. Na een bezoek aan de kathedraal (nog eens over te doen!) naar de haven… en restaurant Classic Gothic: een trendy uitziende gelegenheid in de kleine straatjes. Ik eet er meer dan voortreffelijk!


Daarna volgt nog een flinke wandeling, opnieuw langs de Ramblas, naar mijn bedje in de Mambotango. Morgen tijdig opstaan voor de bus naar het vliegveld!


Praktisch

Heenreis

Bij start van het traject in Bellver de Cerdanya is het aangewezen om vanuit Barcelona de bus te nemen. Ik ben in feite vertrokken vanuit Ax-les-Thermes, waar ik met de trein ben aangekomen vanuit Toulouse. Vanuit Ax kan men nog verder reizen per trein tot Puigcerda (met overstap in Latour de Carol) en vanaf daar zijn er bussen, ondermeer naar Bellver de Cerdanya.  

Terugreis

Ik ben per bus van Berga naar Barcelona gereisd en heb daar het vliegtuig naar Brussel genomen (Brussels Airlines).

Informatie over bussen in Spanje: http://www.alsa.es/

Gids en kaarten

De topogids "GR 107 - Sur les traces des Cathares" bevat alle nuttige informatie. De kaartjes op 1/50000 zijn voor het Spaanse gedeelte echter weinig duidelijk (enkel tweekleurendruk).

De kaart "Andorra-Cadi" (1/50000) van Rando Editions is veel duidelijker en omvat het grootste deel van dit traject (behalve het laatste stukje Espinalbet - Berga); de GR 107 is ingetekend met verschillende  varianten.

De kaarten "Moixero - La Tosa" en "Rasos de Peguera" van Editorial Alpina (1/25000) omvatten het hele traject; ook hierop is de GR 107 met varianten ingetekend. De bijhorende gidsen bevatten nog heel wat informatie over overnachtingsmogelijkheden en andere trajecten in de streek (Spaanstalig).























Geen opmerkingen: